Ontdek de A in STEAM
Wat kan kunst en cultuur (ARTS) aan STEM toevoegen? Dat ondervinden 130 STEM-leerlingen van de middenschool Heilig Graf in Turnhout tijdens hun wetenschapsweek. Van STEM naar STEAM dus, met een beetje hulp van Gluon en Kleinkunstig.
‘We doen met deze leerlingen die voor de STEM-richting kozen al veel rond wetenschappen, techniek en engineering’, zegt leraar Liesbeth Hofkens. ‘Maar ook kunst en cultuur zijn een belangrijk onderdeel van innovatie. Sommige leerlingen kunnen vanzelf schoonheid en creativiteit toevoegen aan hun werkstukken, andere hebben er minder voeling voor. Dat wilden we in deze wetenschapsweek stimuleren, terwijl we ze ook uit hun comfortzone trokken.’
Vooraf: stellingen om bij stil te staan
Ze zijn de week begonnen met 7 stellingen. Hoort kunst bij wetenschappen, wiskunde, technologie en engineering? Is Arts belangrijk bij het ontwerpen van een nieuwe BMW? Liesbeth: ‘De leerlingen vulden die online enquête in en we bespraken de resultaten in onze lessen. We zijn benieuwd of hun houding tegenover de A in STEAM door dit project veranderd is.’
Eigen leraren, aangevuld met externen
Tijdens de week stonden prikkelende workshops op het programma. Het gewone lessenrooster verviel. In de ene klas ontdekten leerlingen de mogelijkheden van virtual, augmented en mixed reality. Voor dat laatste zetten ze een hololens op waarmee ze digitale sculpturen schepten. De mensen van Gluon hadden al het nodige materiaal bij. In een lokaal wat verder leerden ze de leerlingen hoe ze een 3D-ontwerp van een sleutelhanger maakten. Kleinkunstig liet ze met de Protopiper buizen van tape produceren. Daarmee gaven ze prototypes van kabelbanen, basketringen en andere constructies vorm terwijl nog een andere groep met 3D-printerpennen een mini-Eifeltoren tot leven wekte.
‘De workshop ‘Kunst met robots’ was geïnspireerd op het werk van Pollock’
Verwondering, concentratie en enthousiasme alom!
Ook de leerkrachten begeleidden workshops. ‘Kunst met robots’ was bijvoorbeeld geïnspireerd op de schilder Jackson Pollock. De robot prikte met verf gevulde ballonnen stuk of hanteerde een verfborstel. En ken je de endless cube? Die blijf je draaien in alle richtingen. Leerlingen zochten uit hoe het technisch in elkaar zit en maakten er zelf eentje. Mooi design incluis. Aan de overzijde van de gang maakten ze dan weer hologrammen met folie en smartphone. Of stop-motionfilmpjes.
Klas- en jaaroverstijgend
Keuze uit 12 verschillende workshops hadden ze. ‘Op basis van hun interesses hebben we klas-en jaaroverstijgende groepen gemaakt. Door externe organisaties aan te spreken, kregen we bijzonder materiaal in de klas en konden we in kleinere groepen werken. Alleen maar met externen werken, zou dan weer te veel kosten.’
Plannen en bijsturen
De workshops werden afgewisseld met het toneel Kato 2.0 van Theater A tot Z. Dat gaat over de kracht van technologie. ‘We planden ook een bezoek aan Materialise in Leuven met de tweedejaars, maar konden er helaas niet terecht. De First Lego League op de campus van hogeschool UCLL in Leuven was het alternatief. Daar trokken we donderdag naartoe. In verschillende opdrachten en in groep onderzochten leerlingen de maatschappelijke rol van techniek en technologie.’
Voor Liesbeth en haar collega’s was dit het eerste dynamoPROJECT. Wat vond ze het moeilijkst? ‘Je moet heel wat maanden vooraf de subsidies aanvragen. We hadden toen wel een concreet idee, maar de invulling stond nog niet op punt. Sommige dingen bleken bij de uitwerking niet haalbaar of we vonden een beter alternatief. Gelukkig mag je je aanvraag bijsturen, want zo lang op voorhand plannen, dat vonden we het moeilijkst.’
Tip van Liesbeth
- Spreid je workshops over verschillende dagen. Alle workshops concentreren op 1 dag is praktisch en organisatorisch gezien het gemakkelijkst: de lessen vallen weg en de vrijgekomen leraren kunnen bij de begeleiding helpen. Maar het project en de activiteiten meer spreiden geeft het voordeel dat je tussenin tijd hebt om te reflecteren, na te praten, te discussiëren en te filosoferen met de leerlingen.