Letters vol leven
De 21 leerlingen van het 6de leerjaar van de stedelijke basisschool De Kolibrie stapten samen met Ab Denijs van het Museum Plantin-Moretus in een intergenerationeel schrijf-en illustratieproject. Hiervoor spraken ze de bewoners van het woonzorgcentrum Vinck-Heymans aan, dat zich op enkele straten van de school bevindt. Het werd een rijke kruisbestuiving van levenservaring en leefwereld!
‘Als voorbereiding op het project werkten we in de klas rond poëzie’, vertelt juf Helene. ‘Welke soorten poëzie bestaat er, wat vinden we mooi en moet poëzie altijd rijmen? Iedereen koos vervolgens een woord dat ons typeert, bijvoorbeeld ‘eigenzinnig’. Dat woord verwerkten we in een gedicht waarmee we onszelf voorstellen. Sommigen leerlingen kozen voor een elfje, anderen voor een gedicht op rijm. Dat lazen we voor bij de eerste samenkomst bij de bewoners in het woonzorgcentrum.’
De bewoners waren onder de indruk van de openheid van onze leerlingen, de manier waarop ze zich durfden bloot te geven. Dat zorgde voor een grote openheid van beide kanten tijdens het hele project.
Spelen met woorden en een droge naald
‘We organiseerden 7 samenkomsten tussen de leerlingen en de bewoners’, gaat juf Helene verder.
‘De eerste samenkomst stond in het teken van de ontmoeting. Na het voorlezen van de persoonlijke gedichten, maakte Ab samengestelde groepen van leerlingen en bewoners en hij gaf een introductie op etsen met droge naald, de techniek waarmee we later aan de slag zouden gaan. Iedereen mocht al een eerste keer krassen op de zinken platen. Met zijn mobiele pers drukte Ab de etsen, zodat de verschillende soorten gekraste lijnen meteen zichtbaar werden.’
‘We startten ook met het spelen met woorden’, vult kunstenaar Ab aan. ‘Iedereen had op voorhand de opdracht gekregen om een kernwoord mee te brengen. Daarmee hielden de groepjes een vrije associatie. Het zorgde voor een interessante interactie tussen belevingswerelden: de woorden hadden vaak een andere betekenis voor de bewoners dan voor de leerlingen. Zo leerden ze elkaar veel beter kennen en kwamen ze per groep tot een gemeenschappelijk thema. Daarrond maakten we een gedicht in de volgende sessies.
‘Tijdens de tweede sessie gingen we opnieuw met dezelfde woorden aan de slag. We moesten er een samenhangend verhaal van maken door goed naar elkaar te luisteren en daar zoveel mogelijk van op te schrijven. Uit dat verhaal haalden we de meest ritmische woorden, die schreven we onder elkaar. Deze woorden werden de kapstok van ons gedicht.’
Op bezoek in het museum
‘Tijdens de derde sessie bezochten de leerlingen samen met de bewoners het Museum Plantin-Moretus. In een doorschuifsysteem gingen de groepen van de ene sessie naar de andere: We maakten kennis met het museum in een interactieve rondleiding met doe-opdrachten, bij Gieten, zetten en drukken ontdekten we wat boekdrukken tot een echt ambacht maakt en bij Ab leerden we de techniek van het etsen en konden we drukken met de grote drukpers. Het was een heuse belevenis, zowel voor de leerlingen als voor de bewoners. Dat gaan ze niet snel vergeten!’
Liedjes en illustraties
‘Voor de vierde sessie verdiepten we ons in de liedjes uit de jeugd van de bewoners. In de stille Kempen, Lichtjes van de schelde… We dramatiseerden de liedjes met kostuums en brachten ze voor de bewoners. Luidkeels zong iedereen mee.’
‘Verder legde Ab uit hoe je een illustratie maakt die perfect bij je gedicht past. Hij deed dit door voorbeelden te tonen die we samen bespraken. Daarna maakten we voorontwerpen en krasten we de tekeningen in de zinken plaat. Dat deden we om beurt een minuut, zodat iedereen (ook de bewoners) het krassen konden ervaren. Zo werd het een gezamenlijke illustratie’
‘In de vijfde sessie werkten we onze gedichten af en droegen we ze voor, al voorlezend, maar ook zingend en zelfs rappend, om te controleren of het ritme van het gedicht klopte. Tijdens de zesde sessie luisterden we samen met de bewoners naar het kamishibai verhaal van Christoffel Plantijn en Salma. Ab bracht ook afdrukken mee van de etsen. Als ze dat wensten, konden ze nog verbeteringen aanbrengen.’
Een gezamenlijke geïllustreerde dichtbundel
‘De laatste sessie bonden we alle werkjes in met een boekbinster die we leerden kennen via het museum. Zo had iedereen een boekje om mee naar huis te nemen. Een mooie herinnering aan een hartverwarmend schrijf-en illustratieproject.’
Tips van Helene en Ab
- Zorg voor een sturend team. Ons team bestond uit Ab als kunstenaar, een trekker van het woonzorgcentrum en juf Helene. Samen begeleiden we het proces en trokken we het bij onze doelgroep.
- Wees zelf enthousiast! Je leerlingen pikken dat meteen op. Ab: ‘Dat ze zo creatief hebben geschreven en gezongen, komt door het enthousiasme van juf Helene.’
- Durf initiatief te nemen. Ab: ‘Juf Helene had heel wat eigen ideeën, zoals het werken met liedjes uit de oude doos. Dat bracht leven in de brouwerij!’
- Ga voor een brede schoolwerking. Betrek bijvoorbeeld organisaties of doelgroepen uit de buurt. Wij kozen voor het woonzorgcentrum omdat het kansen biedt op vlak van cultuur en omgaan met oudere generaties.
- Werk je met een woonzorgcentrum? Kies dan voor bewoners uit één leefgroep of afdeling. Het versterkt het groepsgevoel en ze motiveren elkaar om deel te nemen.